Vergunningen


Voor het realiseren van uw natuurinrichtingsplan zijn vergunningen nodig. Een deel daarvan verzorgt het programmabureau via overkoepelende vergunningen. Afhankelijk van uw werkzaamheden vraagt u sommige vergunningen ook zelf aan.

Een deel van de vergunningen vraagt u zelf aan, zoals de watervergunning en de omgevingsvergunning. Bij een aantal vergunningen kunt u meeliften met ‘overall-vergunningen’ die door het Programmabureau worden aangevraagd.

Voor de volgende onderwerpen vraagt het Programmabureau overkoepelende vergunningen aan. Hierover zijn afspraken gemaakt met het bevoegd gezag.

  • Bodemverontreinigingen – Raamsaneringsplan Krimpenerwaard
    Bevoegd gezag: Omgevingsdienst Midden-Holland
  • Archeologie
    Bevoegd gezag: Omgevingsdienst Midden-Holland
  • Wet natuurbescherming
    Bevoegd gezag: Omgevingsdienst Haaglanden
  • Stikstofuitstoot
    Bevoegd gezag: Omgevingsdienst Haaglanden

Hieronder vindt u meer informatie over deze onderwerpen. Onderaan vindt u ook nog informatie over algemene verbodsbepalingen.

Raamsaneringsplan Krimpenerwaard

Het raamsaneringsplan van uw gebied omschrijft de wijze waarop bij graafwerkzaamheden aanwezige (bekende en onbekende) gevallen van bodemverontreiniging moeten worden aangepakt en welke regelgeving van toepassing is. Algemene opletpunten voor het omgaan met bodemverontreiniging zijn:

  • Lees voor de uitvoering van werkzaamheden het raamsaneringsplan voor uw deelgebied.
  • Werk tijdens de uitvoering volgens de opgenomen uitgangspunten in het raamsaneringsplan.
  • Wanneer in een (bekende) verontreiniging wordt gewerkt, moet u een startmelding doen.
  • Besteed tijdens de uitvoering extra aandacht voor potentieel verdachte locaties.
  • Treft u onvoorziene verontreinigingen aan, volg dan het stappenplan uit het raamsaneringsplan bij aantreffen onvoorziene verontreinigingen.
  • Na de afronding van graafwerkzaamheden doet u een eindmelding bij uw projectleider.

Archeologie

In opdracht van het Programmabureau is archeologisch onderzoek gedaan. De uitkomst en de eisen of aandachtspunten voor de inrichting van de natuurpercelen, zijn verschillend per deelgebied. Voor de zelfrealisatiepercelen gelden geen specifieke eisen, dan alleen dat eventuele archeologisch waardevolle vondsten gemeld moeten worden. Daarvoor volgt u het Protocol Toevalsvondsten.

Wet natuurbescherming

De inrichting van de zelfrealisatiepercelen zijn onderdeel van de door het Programmabureau aan te vragen ontheffing Wet natuurbescherming. Ecologische begeleiding en werken volgens ‘ecologische werkprotocollen’ (en het vastleggen hoe is gewerkt volgens deze protocollen) is een voorwaarde. Aandachtspunten zijn:

  • Om gebruik te mogen maken van de ‘natuurontheffingen’ van het Programmabureau ondertekent u een verklaring dat u zich houdt aan de voorschriften uit deze natuurontheffingen.
  • Leg in een eventuele aanvraag voor de omgevingsvergunning (Wabo) geen koppeling met de natuurwetgeving. Vink alleen ‘bouwwerkzaamheden’ aan.

Stikstofuitstoot

Voor de inrichting van natuur kunt u vergunningsvrij werken: een vergunningaanvraag of een Aeriusberekening is niet nodig. Door het Programmabureau is een ‘bestuurlijk rechtsoordeel’ verkregen van de Omgevingsdienst Haaglanden dat op dit punt vergunningsvrij kan worden gewerkt om de natuurinrichtingswerkzaamheden uit te voeren. (NB: dit is niet geldig voor agrarische activiteiten.)

Algemene verbodsbepalingen

Naast vergunningsvoorwaarden geldt ook algemene wet- en regelgeving en verbodsbepalingen. Specifiek vragen wij uw aandacht voor:

  • Het gebruik van ‘uitlogende’ (bouw)materialen hout en staal is verboden. Dat is onder andere een eis vanuit het waterschap. Specifiek noemen we het gebruik van gecreosoteerd hout. Gecreosoteerd hout is hout bewerkt met creosootolie om het te behandelen tegen rotten. Omdat het grote negatieve effecten heeft op de gezondheid en het milieu is gebruik verboden.
  • Het bestemmingsplan biedt ruimte voor pleksgewijze toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen (ter bestrijding van storingssoorten) tot 1-1-2024. Daarna is het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen verboden en is de toepassing ervan vergunningsplichtig.