Raamsaneringsplan Krimpenerwaard


Binnen het natuurbied zijn bodemverontreinigingen zoals slootdempingen aanwezig. Ook al wordt er zo veel mogelijk omheen gewerkt, door graafwerkzaamheden kunnen verontreinigingen worden geraakt. Met de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) zijn afspraken gemaakt over hoe te werken in een gebied met bodemverontreinigingen. Per deelgebied is een raamsaneringsplan opgesteld. Als u onverhoopt te maken krijgt met bodemverontreinigingen, volgt u de afspraken in het raamsaneringsplan.

Wat is het raamsaneringsplan?

Voor de herinrichting van het veenweidegebied Krimpenerwaard worden graafwerkzaamheden uitgevoerd, zowel op land als in het water. Hierin speelt de milieuhygiënische bodemkwaliteit een belangrijke rol. In de Wet bodembescherming (Wbb) zijn regels opgenomen hoe er met (mogelijk) verontreinigde grond om dient te worden gegaan om:

  • De (eventueel) verontreinigde bodem geschikt te maken voor de gebruiksfunctie;
  • Het risico van verspreiding van de (eventuele) verontreiniging zoveel mogelijk te beperken;
  • De nazorg en de gebruiksbeperkingen zoveel mogelijk te beperken.

Het raamsaneringsplan van uw gebied omschrijft de wijze waarop bij graafwerkzaamheden aanwezige (bekende en onbekende) gevallen van bodemverontreiniging moeten worden aangepakt en welke regelgeving van toepassing is.
Het raamsaneringsplan is opgesteld in opdracht van het Programmabureau en goedgekeurd door de ODMH.

Waarmee rekening houden tijdens de uitvoering?

Voordat gestart kan worden met de uitvoering, moet kennis genomen worden van het raamsaneringsplan. Het is een verplichting op grond van de wet dat u zich houdt aan het raamsaneringsplan.
In de praktijk wordt zoveel mogelijk om de bekende verontreinigingen heen gewerkt. Heeft u toch te maken met bodemroerende werkzaamheden in afwijkende bodemkwaliteit, dan kunnen sanerende maatregelen nodig zijn. U kunt dan gebruik maken van het raamsaneringsplan van het Programmabureau. Het raamsaneringsplan biedt een standaard werkwijze en een eenvoudige administratieve procedure. Hierover kunt u afstemmen met uw projectleider van het Programmabureau.

  1. Tijdens de uitvoering moet worden gewerkt volgens de opgenomen uitgangspunten in het raamsaneringsplan (paragraaf 3.3).
  2. Wanneer er in een (bekende) verontreiniging wordt gewerkt, moet een startmelding bij ODMH worden gedaan. Dat kan in afstemming met uw projectleider van het Programmabureau.
  3. Tijdens de uitvoering moet extra aandacht zijn voor de potentieel verdachte locaties, zoals benoemd in paragraaf 3.5 van het raamsaneringsplan.
  4. Indien tijdens graafwerkzaamheden onvoorziene verontreinigingen in de grond worden aangetroffen, wordt het stappenplan gevolgd in paragraaf 3.6 van het raamsaneringsplan.
  5. De technische uitwerking van de saneringswerkzaamheden staan in paragraaf 3.7 van het raamsaneringsplan. Hier moet tijdens de uitvoering aan gehouden worden.
  6. Na afronding van de laatste graafwerkzaamheden dient een eindmelding te worden gedaan. Dit is onderdeel van de eindmelding voor het hele gebied, en wordt gedaan door het Programmabureau. Verzoek is dat ook het te melden bij het Programmabureau als u klaar bent met uw werkzaamheden.
Raamsaneringsplannen