De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en Oudeland Zuid
De polders De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en het zuidelijk deel van Oudeland zijn in 2016-2017 ingericht als natuurgebied. In het gebied vind je waardevolle weidevogelgebieden, botanische graslanden, ecologische rijke watergangen en karakteristieke landschapselementen. Er is bij de aanleg gezorgd voor een voedselarme bodem die voldoende nat is, en een gevarieerd leefgebied. Samen met aangepast beheer ontstond zo de nieuwe natuur. Er zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd en percelen afgeplagd voor een gevarieerde begroeiing. Voor een rijke watervegetatie is voedselrijke bagger verwijderd.
Het gebied is ingericht met natuur voor weidevogels, nat schraalland en vochtig bloemrijk grasland. Denk hierbij aan dotterbloemhooiland, kleine zeggenvegetaties en veenheide. Ook zijn poelen, sloten en weteringen gegraven of beter geschikt gemaakt voor gebiedseigen planten en waterdieren. Voorbeeld hiervan is krabbenscheer dat de groene glazenmaker (libelle) aantrekt. Langs de oevers groeien soorten als egelboterbloem, ruwe smele en pinksterbloem. Het gebied is van groot belang voor de zwarte stern en voor wintergasten en doortrekkers.
Om het gebied goed te kunnen beheren, zijn er bruggen en dammen aangelegd. Het waterschap heeft met de aanleg van stuwen, inlaten, peilscheidingen en (hoofd-)watergangen het watersysteem aangepast. In 2018 is er een hoger peil ingesteld.
De Nesse
De Nesse is vooral ingericht als robuust leefgebied voor weidevogels. Er is binnen het gebied een behoorlijke variatie in hoogte. Daardoor ontstaan verschillende natuurtypen. Door de grote openheid en de grote variatie is het gebied heel geschikt voor weidevogels, die zich er thuis voelen in alle levensstadia.
Berkenwoudse Driehoek
In dit gebied is gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor botanische graslanden, weidevogels en andere typische veenweidedieren. Het noordelijk deel van het gebied sluit aan bij de nattere natuur in De Nesse. Hier is een verbinding voor typische veenweidesoorten als ringslang, waterspitsmuis en kamsalamander. In het noordoosten zijn natuurvriendelijke oevers gekomen. Het zuiden is met zijn openheid en drooglegging zeer geschikt voor weidevogels. Rondom de eendenkooi en proefgebied Nooitgedacht zijn de ontwikkelingskansen voor waardevolle botanische graslanden vergroot door het verwijderen van de voedselrijke bovenlaag.
Oudeland Zuid
In Oudeland Zuid zijn botanische graslanden gekomen. Dit deelgebied is te klein en te verstoringsgevoelig om de inrichting te focussen op weidevogels. Om botanische graslanden zoveel mogelijk ontwikkelkans te geven, is op een deel van de percelen de bovenste voedselrijke laag verwijderd. De aanwezige watergang in het zuiden is verbreed en voorzien van een natuurvriendelijke oever. Op die manier is er een schoonwaterverbinding gekomen.Over een voormalige kade langs de rand van het gebied ligt nu een wandelroute.